Hoofdluis Protocol Montessorischool Jan Vermeer

Hoofdluis is vooral een probleem voor de omgeving vanwege het besmettingsrisico. Met name op scholen, waar veel mensen/kinderen bij elkaar komen kan deze besmetting gemakkelijk van de één naar de ander worden overgebracht. 

Om een hoofdluis epidemie te voorkomen is het gewenst, dat de school regels vaststelt en afspraken maakt met de Luizencoördinator, het Luizenteam en de ouders en vervolgens hier de leerkrachten van op de hoogte stelt.

 

Een stappenplan voor elke school.

 

Het controleren:

Stel een coördinator Hoofdluis en een luizen(controle) team aan voor uw school. De coördinator wordt het aanspreekpunt voor ouders, het luizenteam en de school en zorgt ervoor dat het protocol wordt nageleefd.

  1. Zorg voor checklists. Zorg dat deze op de dag van de controle op luizen in iedere klas aanwezig zijn en laat deze niet rond slingeren na afloop van de controles.In de kast bij de onderbouw staat de luizenmap met hierin de leerlingenlijsten van de klassen en de checklist hoe je de luizencontrole uitvoert.  Hier staat voor iedere klas en doosje met spullen om de controle uit te voeren.
  2. Controleer op school na elke vakantie alle kinderen! Dus niet alleen na de grote vakantie, maar ook na de herfst-, kerst-, voorjaars- en meivakantie. De coördinator Hoofdluis roostert dagen in voor controles en eventuele hercontroles en geeft dit door aan het luizenteam, de leerkrachten en de ouders. Licht, voordat er een controle plaats gaat vinden op school, tijdig de ouders in, zodat zij hun kinderen op voorhand kunnen controleren en er voor kunnen zorgen dat het haar van de kinderen kambaar is voor het luizenteam ( geen moeilijk vlechtwerk).
  3. Controleer grondig met de handen (plukje voor plukje) het gehele haar. Schenk extra aandacht aan plekken, zoals achter de oren, in de nek, in de paardenstaart, de pony en controleer dicht op de hoofdhuid. Is er hoofdluis geconstateerd bij een kind, ontsmet de kam en je handen om eventuele besmetting bij andere kinderen te voorkomen.
  4. De leerkracht (na 14.00) belt de ouder(s)/verzorger(s) van het kind, waarbij hoofdluis is geconstateerd. Het kind dient zo snel mogelijk (na schooltijd) thuis te worden behandeld met een luizendodend middel. Houdt rekening met de gevoelens van het kind en stuur hem/haar niet direct naar huis. Voorkom direct hoofd-op-hoofd contact, maar isoleer het kind niet van de rest. Wanneer ouders per mail geïnformeerd worden dat er luis in de klas heerst, wordt de naam van het kind met luis niet genoemd. Het kind met luizen of neten krijgt een brief in een envelop mee waarin de ouders tips krijgen om de luizen of neten te behandelen.
  5. Het kind kan, nadat het haar is behandeld, weer op school komen. De ouders worden tevens verzocht de overige gezinsleden te controleren op hoofdluis en zo nodig te behandelen.
  6. Na het aantreffen van hoofdluis, wordt de betreffende klas na 1 week opnieuw gecontroleerd. Het Luizenteam informeert  de leerkracht en de ouders, van de betreffende klas wanneer de hercontrole uitgevoerd wordt.
  7. Wanneer er na 3 controles nog steeds luizen geconstateerd worden bij een kind geven we de ouders het advies om met hun kind hulp te gaan zoeken bij de instanties die hiervoor zijn.
  8. De leerkracht dient ervoor te zorgen, dat er in de klas uitleg wordt gegeven over hoofdluis. Dit moet voorkomen dat getroffen kinderen worden geplaagd/gepest.
  9. Druk de ouders op het hart om thuis regelmatig te controleren op hoofdluis. Thuis een besmetting constateren is prettiger voor het kind, de ouders en de school.
  10. Het luizenteam wordt samengesteld uit ouders die die dit vrijwillig doen, als er geen luizen zijn is het gemakkelijk klusje, als er regelmatig luizen worden gevonden dan kan het door de noodzakelijke hercontroles snel meer tijd vragen. Als ouders vragen of opmerkingen hebben over luizen, luizenkammen of luizenouders dan kunnen ze contact opnemen met de luizencoördinator of de leerkracht.

Wilt u hulp bij de controles? Op de website van het Landelijk Steunpunt Hoofdluis kunt u kaminstructies vinden en ook behandel instructies.

 

Vragen van ouders

 

Regelmatig krijgen scholen vragen van ouders over hoofdluis, hoe dit te behandelen en wat er verder moet gebeuren om verspreiding te voorkomen. Hoofdluis kan op twee manieren worden behandeld:

1. Door grondig elke dag te kammen gedurende twee weken

2. Door een antihoofdluismiddel te gebruiken (in combinatie met kammen).

Voor het behandelen en kaminstructies is het verstandig om ouders eventueel te verwijzen naar www.landelijksteunpunthoofdluis.nl voor uitgebreide informatie over het behandelen van hoofdluis. Veel algemene vragen over hoofdluis kunnen echter ook door de school rechtstreeks worden beantwoord.

Feiten over hoofdluis:

- Hoofdluizen kunnen niet springen, vliegen of zwemmen, alleen lopen. Direct haar-op-haar contact is de enige manier om het op te lopen.

- De luis maakt geen onderscheid tussen schoon of vies haar, met een slechte lichamelijke hygiëne heeft het dus niets te maken.

- Alle mensen en diersoorten hebben een eigen luizensoort. Dierenluizen kunnen dus niet overleven op mensen en andersom.

- Immuniteit tegen hoofdluis bestaat niet. Er kan voortdurend een (her)besmetting plaats vinden. Er is onvoldoende bewijs dat preventieve middelen/producten effectief zijn.

- Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond, dat luizencapen/luizenzakken niet bijdragen aan het voorkomen van hoofdluis. Wanneer luizen gescheiden zijn van het menselijk lichaam kunnen ze maar kort overleven en worden de luizen dusdanig zwak dat een besmetting onwaarschijnlijk is.

- Hoewel hoofdluizen niet kunnen zwemmen, verdrinken ze niet tijdens het zwemmen of tijdens het wassen van de haren. Ze kunnen zo’n 2 uur overleven onder water.

- Hoofdluizenbesmetting via zwemmen is niet mogelijk. Hoofdluizen houden zich heel goed vast aan het haar. Als ze het haar eenmaal los hebben gelaten, zijn ze dusdanig verzwakt, dat ze niet in staat zijn om nieuwe besmettingen te veroorzaken als ze al drijvend per toeval een ander kinderhoofd weten te bereiken.

- Er is geen wetenschappelijk bewijs voor de effectiviteit van aanvullende maatregelen zoals het wassen van beddengoed, knuffels en kleding. Het advies voor een grondige schoonmaak is niet langer van toepassing. Voor een hygiënisch gevoel en een gevoel van rust, kunt u dit wel doen.